Dik is geen krijger; hij is burger en daarmee lid van het kampgevolg. De mannen en vrouwen die met een leger meereisden en het voorzagen wat de soldaten nodig hadden, noemen wij kampgevolg.

`Ik heb zo’n twintig jaar aan handboogsport gedaan, met name traditionele (houten) bogen. Via die toernooien kwam ik in aanraking met reenactment. Ik heb altijd al een grote belangstelling voor geschiedenis gehad, met name krijgsgeschiedenis, culinaire geschiedenis en de historie van Steenwijk. Ik ben nu met pensioen en dit is de perfecte hobby.

Ik hoop op veel 16de eeuwse kampementen, waarbij ik met mijn pollepel en kookpot bijdraag aan de sfeer en levende geschiedenis.’